Liedjes

Ribbellied

Hé jij, kom erbij
in de kring en speel met mij.
Hokus, pokus, pief, poef paf, 
ribbel zijn, da's maf! 

Ribbel is mijn beste vriend,
op zondag samen goedgezind.
Het Chiroheem is onze thuis, 
niets te gek in 't paarse huis. 

Speelclublied

We ravotten erop los, hier in het paddestoelenbos.
En we trekken erop uit met de kartonnen brandweerspuit.
Help je zoeken naar het briefje, dag mevrouw en dag meneer,
of kent u misschien het liefje van de knuffelteddybeer?

refrein:
Zeg, ben jij er al geweest,
op het superspeelclubfeest?
Zondagmiddag zijn wij daar,
raaaaaaaaaaar maar waar!

Elke avond in 't lokaal, vertelt de leider een verhaal
over Mac de zotte Schot en van de grote chocopot.
Wil je vliegen overzee met onze gele luchtballon
naar de speeltuin van de fee in 't verre land van andersom.

Opgepast, een rare kwast, die roept in onze poppenkast.
Waar is dokter Zagemeel, de baas van 't houten spookkasteel?
Wie de bal heeft, wordt de tikker en verstopt zich in het gras.
Om het snelst de paarse knikker in de grote waterplas.

Rakwilied

Wie durft in de rakwi boomhut,
sluipt door de geheime gang,
wint met voetbal in de modder
en is nooit bang?

Wie loopt op de hoogste stelten
bij het estafettespel,
zingt elk lied van voor naar achter,
langzaam of snel?

R roepen, rommelen, rakwi.
A actie, allemaal, aap.
K koken, kietelen, klimmen.
W wafel, wappelmoes, worst.
I ik, jij, wij zijn de rakwi, rakwi.

Wie kent elke dinosaurus
bij z'n officiële naam,
graaft een put op rare plaatsen,
gluurt door het raam?

Wie verzamelt speledingen,
zoekt naar goud in een rivier,
kibbelt met de beste vrienden,
maakt veel plezier?

refrein

Wie komt altijd naar de Chiro,
onvermoeibaar enthousiast,
speelt met monsters en met draken,
kruipt in de kast?

Wie zou stiekem vuurtje stoken,
speelt liefst buiten zonder jas,
is niet vies van vuil te worden,
springt in een plas?

refrein

Wie kan knutselen, boetseren,
volksdansen en macramé,
goochelt hoeden uit konijnen,
of kijkt tv?

Wie verzint de beste moppen,
wie verkleedt zich voor 't toneel,
wie is nu van wie het vriendje,
wie rakwiet veel?

refrein

Titolied

Wij zijn heel boeiend en vermoeiend, 
valle mee maar zelden stil,
al wie met ons mee wil trekken
kan best weten wat hij wil

We zoeken actie en reactie, 
vallen op, maar zelden uit, 
gaan ons eigen nieuwe wegje, 
ook al klinkt het fluitgeluid. 

Refrein

Framboos, da's eerder roos
vermiljoen, da's niet te doen,
magenta en bordeaux
scharlaken sowieso, 
superfluomegasjiek knal-fel-rood! 

We roepen krachtig, oppermachtig, 
trappen lol, en zelden na.
Ligt de bal soms in ons kamp?
Ik roep, ik sjot: dus ik besta.

We fietsen fel doorheen het spel,
trappen mee, maar er niet in.
Afgeborsteld paraderen,
daarin hebben we geen zin.

We kunnen kletsen als de besten,
draaien vierkant rond de pot.
Samen voor iets moeten kiezen,
loopt niet altijd even vlot.

maar we proberen, discussiërenl,
draaien dol en toch niet door.
Vindt de ploeg de juiste spirit,
geen gedoe, we gaan ervoor.

Ketilied

Zittend bij een sterk verhaal, om beurten overdrijven

coole sfeer maar nooit banaal, wie komt wil bij ons blijven

springend op een wankel vlot maar net niet in het water

met zijn allen stikkapot maar samen dus geen kater

bie bo ketiblauw en we zoeken nieuwe wegen

houden niet van lauw, 't is ofwel zon, ofwel regen

bie bo ketigo, nie no niemand houdt ons tegen, 

do you keti know, hoe we - wie we echt zijn. 

Wroetend in een goed gesprek.

We durven dieper graven,aan ideeën geen gebrek,

maar zonder door te draven.

Hossend in een drassig bos,het noorden is verdwenen.

Geen paniek, het loopt wel los,

het zit in onze genen.

Luierend in onze tent,op platte luchtmatrassen.

Keti's houden, da's bekend,niet van patatten jassen.

Spurtend naar de overkanten samen arriveren.

Winnen is niet relevant,wat telt is amuseren.

Aspilied

Ploeg door de week, 

zondag met freek, 

aspi zijn zeven op zeven. 

Doorploeg de week, 

zondag een break, 

aspi zijn dat is pas leven. 

We lachen, we brullen, we zingen en gieren, 

Feesta dat is feest en dat dient om te vieren. 

We zijn aspiranten, geen triestige planten, 

maar prettig gestoord en wel maf maf. 

aspirage aspiranje aspikrampen aspitrant. 

aspiratie, inspiratie, aspirine aspitrant. 

Bivaklied

Leven op het ritme van de wind en van de zon,
zingen op de melodie van bos en beek en bron.
Slapen met 't getrommel van de regen op het dak,
ontwaken met de morgendauw : we zijn weer op bivak.

Ieder die ons ziet kijkt raar,
wat niet kon, dat wordt hier waar.
Vreemd wordt vriend en klein is groot;
in onze ploeg valt geen een uit de boot.

Trek er mee op uit, breek grenzen open;
samenspel wordt teken om te hopen.
Vlieg erin, doe mee, en blijf niet staan;
een nieuwe wereld roept om door te gaan.

Stout liedje

Ik ben het beu, beu, beu,

want ik wil zingen en springen,

hollen, bollen, rollen,

lachen, roepen, tieren,

dat vind ik fijn, 

zo lekker stout te zijn.

Handje geven, vriendelijk zijn,

braafjes wezen, in 't rijtje staan.

alstublief meneer' en 'dank u wel mevrouw'

ik ben het beu...

Nagelbijten, foei, hoe vuil,

kijk je kleren; nu lief zijn toe,

'alstublief meneer' en 'dankuwel mevrouw'

ik ben het beu...

Niet zomaar een zondag

Wat je ied're zondagmiddag 

in de groep probeert,

dat krijg je elders in de week 

niet zomaar afgeleerd.

De vriendschap, de verbondenheid,

da's iets om door te geven,

want daar is 't immers om te doen,

om Chiro te beleven.

Want Chiro is toch :

niet zomaar een zondag, 

niet zomaar een dag,    

niet zomaar een spel,   

van alles goed en wel.  (bis)

Niet zomaar de tijd passeren,

vraag en aanbod consumeren.

Iets dat heel je leven raakt,

en waar je samen werk van maakt. (bis)

Kijk eens in het spiegeltje

en sta eens even stil,

dan zie je beter wat gebeurt,

en weet je wat je wil,

Er staan nog mensen aan de kant,

en kind'ren die niet spelen,

doe jij dan ook weer met ons mee,

er is zoveel te delen.